Voeding (Paarden)

Paarden zijn echte dooreters. Ze zijn van nature ingesteld op een geleidelijke en langdurige opname van vrij laagwaardig gras.

Vaak krijgen paarden niet de juiste hoeveelheden binnen die wij ze geven. Te weinig hooi, vaak geen weidegang, te veel brok. 

Ook zit er nogal eens te veel tijd tussen de voerbeurten. Maagproblemen liggen dan op de loer. Een paard start de dag eerst met hooi. Dat brengt de noodzakelijke speekselproductie op gang.  

De meesten van u weten inmiddels dat een te hoog suikergehalte in het voer niet goed is voor het paard. Maar wist u dat granen bij 9 van de 10 paarden leiden tot o.a. dunne mest, jeuk, tranende ogen, stijfheid, slechte hoeven, eczeem, gedragsproblemen? En dat we geen zemelen moeten voeren! De paardenmaag is relatief klein; daarom is 1 kg aan brokjes per beurt al max.  

Het voedingsadvies kan uw paard helpen zich weer beter te voelen. Indien ik een stijf paard behandel met bioresonantie en het paard krijgt nadien weer te veel brok en granen binnen, is het in feite dweilen met de kraan open. Ook geven veel paardeneigenaren hun paard met alle goede bedoelingen supplementen. Met bioresonantie meet ik of het paard tekorten heeft aan vitaminen/mineralen. 

Een mooie aanvulling kan het gebruik van kruiden zijn. Onder andere voor verzuurde paarden door overtrainen en overvoeren.